Nieuwsbericht

‘Tweede vaccin uitstellen creëert schijnveiligheid’

Met de komst van de Britse variant van het coronavirus heeft demissionair minister de Jonge vanmiddag tijdens de persconferentie bekendgemaakt dat de tweede vaccinatie wordt uitgesteld. Dit betekent dat de tweede dosis van de Pfizer- en Moderna-vaccins niet na drie, maar na zes weken wordt gegeven. Hiermee wordt de basis waarop het vaccin is goedgekeurd terzijde geschoven. NU’91 roept daarom nogmaals op om het vaccin te gebruiken zoals voorgeschreven en waarop goedkeuring is gegeven.

Tweede vaccin moet druk verminderen

Het vaccin zou een bijdrage moeten leveren aan het verminderen van de druk op de zorg. Deze is momenteel ontzettend hoog vanwege COVID-19. Stella Salden, voorzitter NU’91: “De goedkeuring van deze vaccins is gegeven op basis van de twee doses met daartussen een periode van drie weken. We vinden dat het vaccineren veilig en nauwkeurig moet gebeuren en zijn bang dat door het later toedienen van de tweede dosis zorgprofessionals straks onvoldoende beschermd zijn. Met als gevolg dat het nog onvoldoende invloed heeft op het afnemen van de druk op de zorg. Laten we het daarom nu goed aanpakken.”

Onduidelijkheid

Het uitstellen van de tweede dosis zorgt volgens NU’91 voor veel onduidelijkheid. De vraag is namelijk of de hoge mate van bescherming word gehaald als wordt afgeweken van het tijdig halen van de tweede dosis. In de bijsluiter – die is gebaseerd op de goedkeuring die eerder is verkregen – wordt namelijk duidelijk beschreven dat het toedienen van het tweede vaccin na drie weken dient te gebeuren. Daarbij komt ook dat er geen onderzoek is gedaan naar het geven van het tweede dosis met een langere tussenpoos dan drie weken.

Grotere vaccinatiebereidheid

NU’91 is bang dat het vertrouwen en de toegenomen vaccinatiebereidheid op deze manier teniet wordt gedaan. Stella Salden: “In december hebben we een ledenpeiling gehouden. Hieruit bleek dat op dat moment 32% twijfelde en 33% geen vaccin wilde. Onlangs hebben we weer een peiling gehouden onder de leden en we zien een verschuiving. Zo zegt nu 66% ja tegen het vaccin, 23% zegt nee en 11% geeft aan nog te twijfelen. Door nu voor de zoveelste keer het vaccinatiebeleid te wijzigen, ontstaat er meer wantrouwen en twijfel.”